Help, ik heb een pup! Wat je wel en vooral niet moet doen in de eerste weken
Help, ik heb een pup! Wat je wel en vooral niet moet doen in de eerste weken
(Voor wie denkt dat een pup opvoeden vanzelf gaat – spoiler: dat doet het niet.)
Katrien en Tom zijn verliefd. Niet op elkaar – dat waren ze al – maar op een pluizige Labradoodle-pup die ze pas over vier weken mogen ophalen.
Alles ging goed, tot de realiteit begon in te dalen. Plots slaat de paniek toe. “Wat moeten we eigenlijk allemaal kopen?” “Mag een pup meteen wandelen?” “Moeten we dan ook opvoeden van dag één?”
En het internet helpt niet bepaald. De ene zegt dit, de andere zegt dat, en iedereen lijkt opeens een expert.
Laat mij je meteen geruststellen (en tegelijk wakker schudden): een pup is geen pluchen knuffel. Het is ook geen kant-en-klare gezinsvriend die automatisch weet waar hij moet plassen en dat bijten niet oké is.
Een pup is een baby met tanden, energie, en nul kennis van jouw mensenwereld. Maar als je het goed aanpakt, leg je in die eerste weken de basis voor een hond waar je jarenlang plezier aan hebt.
Hieronder: wat je wel en vooral niet moet doen in de eerste weken.
✅ Wat je wel moet doen
1. Bereid je praktisch voor, maar hou het simpel
Ja, je hebt een mand nodig, een tuigje, een leiband, voerbakken, speeltjes, voer, een bench misschien.
Maar je hoeft echt geen hondenpaleis te bouwen. Focus op veiligheid en rust. En vooral: koop geen tien verschillende soorten snoepjes en voederbakken op pootjes. Die pup wil gewoon eten, slapen en zich veilig voelen.
2. Zorg voor rust in huis
Een pup is geen attractie. Nodig dus niet de hele straat uit om hem te aaien. De eerste dagen moet hij kunnen wennen aan jullie, aan zijn nieuwe omgeving, aan nieuwe geuren en geluiden.
Rust = vertrouwen. En vertrouwen is de basis van alles.
3. Bouw een voorspelbare dag op
Eten, slapen, plassen, spelen. Telkens op ongeveer dezelfde momenten. Geen strakke militaire discipline, maar wel duidelijkheid.
Pups floreren bij routine. Chaos zorgt voor stress. En stress? Die leidt tot probleemgedrag.
4. Begin met leren kennen, niet met commando’s drillen
Leer wat je pup nodig heeft. Wanneer hij moe is. Wat hem geruststelt.
Een pup die zich veilig voelt, leert sneller. Dan pas komen zit, lig, en blijf aan bod. En nee, dat moet niet binnen de eerste week.
5. Wees consequent vanaf dag 1
Vandaag op de zetel = morgen ook op de zetel.
Vandaag in je bed? Succes met hem er later uit krijgen.
Pups begrijpen geen “behalve vandaag want het regent.” Ze leren door herhaling. Jouw grenzen zijn belangrijk. Voor hem én voor jou.
❌ Wat je niet moet doen
1. Denk niet dat “socialiseren” betekent: overal mee naartoe sleuren
De eerste weken zijn niet bedoeld om je pup kennis te laten maken met de hele wereld.
Socialisatie betekent: leren omgaan met de normale dingen in het leven, op een rustige manier. Eén nieuwe prikkel per dag is al genoeg.
Druk winkelcentrum? Kinderfeestje? Markt? Laat maar even.
2. Ga niet wandelen op het warmst van de dag, of op harde ondergrond
Die pootjes zijn nog in volle ontwikkeling.
En asfalt kan brandwonden geven. Denk aan de hand-op-asfalt-test: kan jij je hand er 10 seconden op houden? Nee? Dan je pup ook niet.
3. Verwacht niet dat je pup zindelijk is op drie dagen tijd
Je pup is geen robot. Ongelukjes horen erbij. Straf hem niet, word niet boos.
Sta op, dweil, en leer eruit: waar liep het mis in de timing?
Zindelijkheid is geen trucje, het is een proces.
4. Gebruik geen straf of dominantiegedoe
Een pup leren wat niet mag, gebeurt het best door hem te laten zien wat wel mag.
Pups bijten. Dat hoort erbij. Maar leren wat ze wél met hun tanden mogen doen, dat is opvoeden.
Geen “nee!” roepen terwijl je zijn speeltje 3 meter verder legt. Geef hem het juiste alternatief.
5. Luister niet naar iedereen
Je buurvrouw, je collega, je neef – ze bedoelen het goed.
Maar uiteindelijk hebben zij niet jouw pup in huis. Laat je niet gek maken.
Kies één duidelijke lijn van aanpak (hopelijk een positieve en wetenschappelijk onderbouwde), en blijf daarbij.
Tot slot: terug naar Katrien en Tom
Vier weken later komt hun pup. Ze hebben een eenvoudig hoekje ingericht, een rustige planning gemaakt, en vooral: hun verwachtingen bijgesteld.
Die eerste nachten zijn pittig. En ja, er wordt al eens binnen geplast, een pantoffel gesloopt en gaatjes in T-shirts door de vlijmscherpe puppyhoektanden.
Maar Katrien en Tom begrijpen nu: het gaat niet om perfect zijn, maar om geduldig zijn.
Rust. Begrip. En elke dag een beetje meer vertrouwen.
Wist-je-datje:
Een pup van 8 weken slaapt tot wel 18 uur per dag. Dus nee, hij is niet lui – hij is aan het groeien. En net als bij mensenbaby’s: slapen is leren verwerken.
Wil je begeleiding bij de start met je pup?
Op www.kwispelcoach.be vind je mijn puppypakket: no-nonsense, wetenschappelijk onderbouwd, en vooral realistisch. Geen hocus pocus, wel concrete hulp.
Samen op weg, vanaf dag één.